VOORBESCHOUWING SEIZOEN 1965
Door de nieuwe formule, die de CSI binnen een jaar zou invoeren (3 liter atmosferisch, 1,5 liter met compressor), mocht het geen verbazing wekken dat er geen grondige technische ontwikkelingen plaatsvonden.
Bij de Engelse wagens was het enkel de 32-kleppen versie van de Coventry-Climax V8. Ondanks het vermogen (215 PK bij 10500 t/min) was de motor niet echt betrouwbaar door een grotere kans op olielekken. Er werd gewerkt aan een vlakke 16 cilinder Coventry-Climax maar zou niet ingezet worden omdat het bedrijf zich uit financiële overwegingen terugtrok.
De motor was ook bij Ferrari een bron van zorgen. In 1964 had de vlakke V12 zijn debuut gemaakt in de GP van Italië. Met een capaciteit van 1.489 cc (56 x 50,4) bracht hij 220 PK voort bij 12000 t/min.
De meest logische ontwikkeling gebeurde bij Honda waar er verschillende details werden bijgewerkt tot men de RA272 bekwam. Met Richie Ginther aan het stuur, zou het team zijn 1e WK race winnen tijdens de laatste Grand Prix van de 1,5 liter formule.
Net als het jaar voordien waren er weinig teamwissels. Ginthers vacante zitje bij BRM (door zijn overstap naar Honda) werd ingenomen door een zekere Jackie Stewart. Cooper verving Phil Hill door Jochen Rindt. Bij de privateers had British Racing Partnership van Ken Gregory en Alfred Moss zich teruggetrokken. Hierdoor zat Trevor Taylor zonder team maar Innes Ireland kon bij het Parnell team terecht. Signor Dei van Centro Sud bracht Masten Gregory opnieuw in het team. Het wekte geen verbazing dat Siffert samen met Bonnier voor Rob Walker zou rijden aangezien Walker eind 1964 de Brabham-BRM inschreef voor de Zwitser.
Motor: Maximum 1.500cc Minimum: 1.301cc
Puntenverdeling: de eerste zes kregen 9-6-4-3-2 en 1 punt.
De beste 6 resultaten telden mee voor het Wereldkampioenschap.
Afstand: Minimum 300 km en maximum 500 km of 2 uur minimum.