VOORBESCHOUWING SEIZOEN 1958
Onder druk van de olieconcerns werd er beslist om vanaf heden een brandstof te gebruiken die dichter bij de gewone benzine zat. Dit vooral met het oog op de reclame die de bedrijven er zouden mee kunnen maken. Door deze strategie werd er beslist om gebruik te maken van 'kerosine' met een octaangehalte van 100 tot 130. Vooral de motoren van BRM en Vanwall hadden problemen met deze brandstof. Zelfs nadat ze er in slaagde de grootste problemen onder de knie te krijgen was het vermogen van hun motoren teruggelopen tot ongeveer 262 PK bij 7.000 toeren per minuut bij Vanwall en tot 250 PK bij 8.000 toeren per minuut bij BRM.
Een andere belangrijke wijziging in het reglement was dat de minimum afstand van een Grand Prix verminderd werd tot 300 km of twee uur. Daardoor werden pitstops eerder uitzondering dan de regel. Voorts werden er alleen nog punten gegeven aan rijders die de volledige race hadden gereden. Gedeeld rijden behoorde daarmee tot de geschiedenis.
Een andere nieuwigheid dit seizoen was dat er nu ook een wereldkampioenschap was voor constructeurs. Hiervoor kwamen de zes beste resultaten in aanmerking.
Zonder enige twijfel was echter het feit dat het fabrieksteam van Maserati zich terugtrok uit de Formule 1 het grote nieuws. Maserati had grote financiële problemen vooral door hun desastreus sports car racing programma. Gelukkig waren er genoeg privé Maseratis in omloop en dus ook aan de start van de Grand Prix' dit seizoen.
In 1957 behaalde Ferrari geen enkele overwinning met hun 801F1 gebaseerd op de Lancia D50. Ze bouwden dan ook een volledig nieuwe wagen, de Ferrari Dino 246 (Dino, genaamd naar de zoon van Enzo Ferrari, die stierf door een zwakke gezondheid op 24 jarige leeftijd). De wagen was afgeleid van de Ferrari Dino 156, een Formule 2 wagen. De motor, 2.417cc, met een vermogen van 280PK bij 8.500 toeren per minuut, was de sterkste van het hele F1-veld in 1958.
In het begin van het seizoen reed Cooper nog met hun T43, maar later op het seizoen verscheen er een nieuwe T45 in actie.
Nog een nieuwe wagen die dit seizoen het levenslicht zag was de Lotus 16, ontworpen door de legendarische Colin Chapman. Ook deze wagen was een ontwikkeling van een F2 wagen, namelijk de Lotus 12. Deze wagen had trouwens veel gemeen met de Vanwall.
Ook Porsche verscheen 2 keer aan de start van een Grand Prix, namelijk in Nederland en in Duitsland. Het Britse Connaught kwam twee keer aan de inschrijvingstafel, maar kwam alleen in Groot-Brittannië ook daadwerkelijk in actie.
Over het algemeen kwamen er dit seizoen vrij weinig wagens aan de start van de Grand Prix', met als dieptepunt de Grand Prix van Argentinië met slechts 10 deelnemers.
Motor: Maximum 2500cc (atmosferisch) of 750cc (met compressor)
Puntenverdeling: de eerste vijf kregen 8-6-4-3-2 punten.
De snelste ronde kreeg 1 punt
De beste 5 resultaten telden mee voor het Wereldkampioenschap.
Afstand: Minimum 300 km en maximum 500 km of 2 uur minimum.